Alles was er altijd al

Dit stukje is al schrijvend meer beschouwend geworden dan ik eerst voor ogen had toen ik er, tussen twee klussen door, aan begon. Even iets schrijven voor mezelf, als alternatief pauzemuziekje voor mezelf. Dat je het even weet.

You can only connect the dots backwards. Ik ben dol op deze uitdrukking. Hoe ouder ik word, hoe meer ik ontdek. En hoe meer ik doe wat echt bij me past, hoe meer ik merk dat ik dat eigenlijk altijd al wist.

Wat ik als onbevangen kleuter deed en al snel verruilde voor schaamte, omdat de omgeving goed was in het me laten merken dat hoe ik dacht en deed kennelijk niet zo hoorde. Maar helemaal verruilen deed ik niet, ik hield het achter en deed het vervolgens stiekem. Leve de oneindige wereld die fantasie heet. Want wat was eigenlijk raar aan wat ik dacht, voelde, vond en deed? Waarom kon dat niet gewoon?

Als schoolkind vond ik het soms moeilijk om contact te maken, althans: echt contact. Niet dat ik er toen deze woorden aan kon geven, maar zo heb ik het wel ervaren. Inmiddels doe ik ruim 20 jaar ‘van alles’ met communicatie en conceptwerk. En eigenlijk al langer, Als puber maakte ik mijn eigen nummers (componeren is een te groot woord hier) zonder een noot te kunnen lezen. Ik ontwierp elpeehoezen van niet-bestaande bands, compleet met titels, songteksten, binnenhoezen, namen van bandleden. Alles vanuit één overkoepelende gedachte, al was ik me hier maar een klein beetje van bewust. Later kwam ik achter te komen dat dit ‘conceptdenken’ heet.

Als student volgde ik twee studies volgen zonder me met de ene studie echt verbonden te voelen en me mede daarom stortte op de andere studie. Bijna 25 jaar later besefte ik dat hetgeen ik ooit vreselijk vond aan die studie, nu bleek te omarmen. Onbewust wist ik kennelijk al wat bij me paste, alleen had ik het op dat moment zelf, tijdens de studie, nog niet door… Mensen ondersteunen, verder helpen, coachen… hoe je het ook noemt… het zat er altijd al in; alleen hier de vorm voor vinden die bij mij past, heeft de nodige jaren geduurd.

Zo langzamerhand wordt het verhaal steeds meer rond. Ook op het relationele vlak. Mijn werk heeft voor mij nooit echt als werk gevoeld; het is iets wat ik doe en wie ik ben. En wat ik doe ontwikkelt zich steeds meer tot wie ik ben en altijd al was. Al mijn levensingrediënten waren er altijd al en hebben wachtend en smachtend mise-en-place gestaan. Het kneden is voorlopig gedaan, het rijzen gaat naar wens en het brood mag de oven in om af te bakken, te breken en te delen. It’s time to receive. Elke dag een versgebakken brood, volgens een recept wat ik graag blijf ontwikkelen in de tijd.